Samenwerking met begeleider loopt moeizaam

Samenwerking met een begeleider loopt moeizaam.

Indien het kind met een verstandelijke beperking in een woonvorm van een instelling woont krijgen de ouders te maken met begeleiders en andere professionals die zorg dragen voor hun kind.

Het kan voorkomen dat begeleiders het lastig vinden om de ouders en hun kind te zien als een hechte gezinsrelatie. Vanuit een gewoontepatroon kunnen begeleiders menen dat zij weten wat er aan de hand zou kunnen zijn met het kind van de ouders en hoe het kind het beste begeleid zou kunnen worden.

De wijze waarop ouders en de professionals met elkaar communiceren is van groot belang voor het kind. Belangrijk is dat het fundament in het contact stevig is, dat er onderling respect is voor ieders positie en dat er gestreefd wordt naar een open communicatie. Dit draagt bij tot vertrouwdheid van het kind in het contact met zijn ouders en een begeleider.

“In Verbondenheid Zijn” helpt ouders met een kind met een verstandelijke beperking het contact met een begeleider en andere professionals te verbeteren. Dit draagt bij tot versterking van de emotionele relatie tussen de ouders en hun kind.

Reacties zijn gesloten.